Ik voel pijn. We leven al maanden in angst. Ook mensen zonder angststoornis hebben er last van.
We kennen angst om de liefde van iemand te verliezen, de angst om afgewezen te worden, de angst om een dierbare (en daarmee de liefde) te verliezen. Een van onze grootste angsten is om krachteloos of hulpeloos te zijn. Om onveilig te zijn. Onze allergrootste angst misschien wel de angst voor de dood. En die angst doet pijn. Op emotioneel vlak. Maar het kan ook echt fysieke klachten en lichamelijke pijn veroorzaken.
We kennen verschillende manieren om met onze angsten en de pijn die dat met zich meebrengt te dealen. We ontwikkelen in de loop van ons leven verschillende coping mechanismen. We kunnen bijvoorbeeld middelen gaan gebruiken met als doel om bij de pijn vandaan te blijven of om onszelf te verdoven. Soms ontwikkelen we een verslaving. Misschien zelfs wel vaker dan we kunnen of willen erkennen. Als we eenmaal verslaafd zijn, kan dat weer voor stress en angst zorgen. Want wat als je niet tijdig in je volgende ‘shot’ kunt voorzien? Sommige mensen leiden op dit moment serieus aan afkickverschijnselen, doordat ze niet naar hun favoriete winkel kunnen.
Volgens Iyanla Vanzant is de nummer 1 verslaving van de mensheid niet de verslaving aan roken, alcohol of andere vormen van drugs, chocola of kopen, maar de verslaving aan Controle. We kunnen een grote angst voelen voor het verliezen van die controle. Het verlies van controle over onszelf (zelfcontrole), verlies van controle over de ander, de controle over wat, waar of wanneer iets zou kunnen gebeuren. Die angst kan zorgen voor een complete meltdown. En dan heb ik het niet over een ongeluk in een kernreactor, hoewel je het daarmee zou kunnen vergelijken. Een meltdown is het over de kop gaan van je zenuwstelsel, waardoor er sprake is van een vecht-, vlucht- of verstarren-reactie. Het kan zich bijvoorbeeld uiten in onredelijke driftbuien. Boosheid kan dus een manifestatie zijn van angst.
Wat we de laatste weken steeds vaker en grootser zien, is dat mensen boos worden op elkaar omdat men zich niet aan de regels zou houden. Of we zien juist boosheid bij mensen over de coronamaatregelen zelf. Dat lijkt in eerste instantie datgene waar we boos over zijn, maar wanneer we die emotie nader gaan bekijken, ‘de ui afpellen’ noem ik dat graag, dan komen we in de lagen daaronder angst tegen. De angst om iemand te verliezen aan Covid, of wellicht de angst om zelf ziek te worden en het leven te laten. De angst dat we het virus niet onder controle krijgen, ‘het’ niet onder controle hebben. En dus komen er steeds opnieuw maatregelen die ons zouden moeten helpen. Ook deze maatregelen kun je zien als een coping mechanisme. Ze dienen als een manier om met (de angst voor) het virus te kunnen dealen. Toegeven dat we iets niet volledig onder controle hebben of kunnen krijgen, en dat alle maatregelen uiteindelijk slechts schijnveiligheden zijn, is te pijnlijk. We houden onszelf liever voor de gek met de slogan ‘Alleen samen krijgen we Corona onder controle’. De natuur laat zich niet onder controle houden. Al willen we dat als mens (met een ego) graag geloven.
Die controledrang komen we nu groots tegen in deze crisis, wereldwijd. Maar ik kom het ook in het klein dagelijks tegen in mijzelf. In de omgang met mijn kinderen bijvoorbeeld. In dat stuk dat we ‘opvoeding’ noemen. Want ook opvoeden is niets minder dan controle (willen) uitoefenen. Ik wil namelijk dat mijn kinderen iets wel of juist niet doen. Ik wil dat ze hun handen wassen, ik wil dat ze niet te veel junkfood eten, ik wil dat ze naar buiten gaan, maar niet met meer dan 1 vriend, ik wil dat ze niet te laat thuis komen, ik wil dat ze laten weten waar ze zijn en of ze thuis eten, ik wil dat ze hun schoolwerk doen, ik wil dat ze om hulp vragen als ze iets niet snappen….Ik wil nogal veel. Maar niets onredelijks….toch? Voor ik het weet, stap ik in mijn oude patroon van manipuleren, om ze zover te krijgen. Door ze te straffen als ze zich ergens niet aan houden. Door ze te belonen wanneer ze dat wel doen. En dat terwijl ik weet dat dat niet het gewenste effect heeft.
Als het niet gaat zoals ik wil, dan word ik boos. Of verdrietig. Of teleurgesteld. Of welke emotie je er ook maar op wil plakken. Maar als ik daar in alle eerlijkheid onder kijk, daar onder voel, dan kom ik angst tegen. Angst voor het oordeel van anderen, de angst om bekritiseerd te worden als opvoeder, de angst om afgewezen te worden. Maar ook angst voor de gezondheid van mijn kinderen, de angst om ze te verliezen zelfs. En mijn ego vertelt me, dat als ik regels en voorschriften opleg en als zij dan gewoon naar me luisteren, dat er dan niets mis kan gaan. Maar dat is natuurlijk helemaal niet zo. Want ik kan helemaal niet alles onder controle hebben. Als het stormt kan er zomaar een tak op hun hoofd waaien, ze kunnen stikken in hun eten, of aangereden worden door een dronken automobilist. Daar heb ik helemaal geen invloed op. Ik heb alleen invloed op wat ik zelf doe. En door steeds maar weer controle te willen houden, ontneem ik mijn kinderen hun autonomie, iets waar zij ontzettend veel behoefte aan hebben als pubers. En dat kan er dan juist voor zorgen dat zij mij afwijzen. Dan bereik ik dus juist wat ik niet wil.
Dus, als ik merk dat ik boos ben, of verdrietig, of moe(deloos)…dan kan ik niet anders dan opmerken en toegeven dat ik niet alles onder controle kan hebben, ook al schreeuwt mijn ego dat ik er echt iets aan of tegen moet doen. Erkennen dat ik allerlei mechanismen in werking zou willen stellen om (schijn)veiligheid te creëren. Dan kan ik alleen maar de angst voelen en de pijn die dat met zich meebrengt. Weten dat ik niet de enige ben. En verzuchten ‘Relax, no thing is under control’….