Respect!

‘Hij heeft geen enkel respect voor me.’

Hoe weet je dat?vroeg ik.

‘Hij doet gewoon niet wat ik zeg, sterker nog; hij doet het tegenovergestelde!’

Vader was zichtbaar geïrriteerd. Ook aan de gezichtsuitdrukking van zoon was te zien dat hij last had van behoorlijk wat frustratie. Tijd om hém een vraag te stellen.

‘Klopt dat?’

‘Nou, vind je het gek? Hij heeft ook totaal geen respect voor mij! Hij luistert niet eens naar wat ik ergens van vind. ‘

‘Het klinkt alsof jullie het allebei belangrijk vinden dat er naar je wordt geluisterd. Is dat zo?’

‘Natuurlijk!’ Vader en zoon gaven bijna tegelijk antwoord.

‘En jullie ervaren ook allebei dat er niet naar je wordt geluisterd. Laten we dan eerst eens onderzoeken wat maakt dat het niet lukt om naar elkaar te luisteren….’

Respect is een belangrijk thema in de puberteit.

Respect. Naar elkaar (kunnen) luisteren Het zijn vaak terugkomende thema’s in gesprekken met ouders van pubers. Ouders en pubers willen graag beiden als waardevol persoon worden erkend. Ze willen allebei het gevoel hebben dat ze er voor de ander toe doen. Dat er naar hen wordt geluisterd. In de puberteit kan dit gevoel verstoord raken. Hoe komt dat?

Lees verder

Ik mis je.

Een tijdje terug las ik in een post van een collega-vriendin de vraag ‘Waarom minder doen als er meer kan?’. Die vraag triggerde mij direct. Ik werd er een beetje opstandig van. Worden we uitgenodigd tot een adempauze, moeten we gelijk weer van alles gaan doen? Ik stelde meteen de tegenvraag ‘Waarom meer doen als er minder mag?’.

Op de mensen met ‘vitale beroepen’ na, hebben we de afgelopen weken met z’n allen meer thuis gezeten. Ik schreef al eerder dat er in ons gezin niet zoveel verschil te merken is. Wij zijn over het algemeen graag op onszelf, wat introvert en we coconen graag. Anders is natuurlijk wel dat man nu werkt vanuit huis en dat de kinderen niet naar school hoeven voor hun lessen. Dat we steeds allemaal thuis zijn, brengt een andere dynamiek in ons gezin. Soms best lastig.

Wat ik ook lastig vind is dat mijn werk, ook dat vertelde ik al eerder, een heel stuk minder is geworden. Dat zorgt voor een heel gemengd gevoel. Aan de ene kant voel ik mij wat overbodig, aan de andere kant ben ik blij met de ruimte die er nu opeens was. En ongemerkt was ik toch best veel aan het doen. Als er niets hoeft kan er van alles… Ik moest ook vreselijk lachen om een uitspraak van Bert Visscher die ik voorbij hoorde komen; ‘Moeilijk he, niets doen. Je weet nooit wanneer je klaar bent!’.

De afgelopen weken vulde ik met klusjes en opruimen. Die dingen die al maanden, zo niet jaren, op verschillende plekken in huis lagen te wachten op ‘ooit’ of ‘later’…om er iets mee te doen of te lezen wanneer ik daar tijd voor zou hebben. Dus…als niet nu, wanneer dan? En dat ruimt lekker op zeg! Het viel me namelijk op dat er veel dingen op die ‘te-doen-lijstjes’ bestaat uit zaken die ik liever voor me uit schoof, omdat ik er geen ruimte voor voelde of omdat ik er simpelweg geen zin in had. Van veel van die dingen vroeg ik me af waarom ik ze in hemelsnaam had bewaard. Blijkbaar vanuit een bepaalde overtuiging, dat ik ergens nog beter in moest worden, dat ik nog niet goed genoeg ben, niet genoeg weet of kan… Niet omdat ik er echt nieuwsgierig naar was. Er ging dus ook een hoop gewoon weg, zonder er iets mee te doen.

Wat ben ik mezelf tegengekomen zeg! Ik merkte dat er een groot verschil is tussen wie ik wil zijn, en wie ik echt ben. Zeker in de relatie met mijn kinderen. Ik wil graag die moeder zijn met eindeloos veel geduld, die alles geweldloos kan communiceren. Maar in werkelijkheid was ik de afgelopen weken ook vaak niet in staat om geduld op te brengen en barstte ik soms in alle onredelijkheid tegen ze uit als er iets niet ging zoals ik het graag wil. Het vraagt om loslaten, van het ideaalbeeld dat ik mezelf opleg. ‘Ik ben genoeg, ik doe genoeg, ik heb genoeg’ is de mantra die ik oefen.

En toch. De zorg om mijn inkomen speelt opeens een grotere rol dan ooit tevoren in mijn leven. Dat kost energie en vraagt veel van mijn vertrouwen. Op de achtergrond dat knagende gevoel. ‘Je moet wel zichtbaar blijven! Je moet misschien toch wat meer online bieden…’ Allerlei ‘moetjes’ kwamen voorbij. Allemaal overtuigingen die mij opnieuw uitnodigden om te kijken of dit nu echt past bij mijn waarden, of dat het (in mijn beleving) meer opgelegd is door de wereld om mij heen.

Ooit heb ik ervaren dat het mij meer energie oplevert om te vertrouwen en te wachten tot ik ergens voor gevraagd word, in plaats van mij aan te bieden. Ook nu weer ervaar ik dat het helpend is. De afgelopen weken kwamen er toch weer ‘vanzelf’ vragen van volwassenen en tieners om begeleiding en coaching. Daar waar het mogelijk was 1 op 1 op de coachzolder, waar we meer dan voldoende afstand kunnen houden. Waar het fysiek niet mogelijk of wenselijk was om in dezelfde ruimte te zijn, kwamen we samen via videobellen. Hoewel het voor mij niet mijn voorkeur heeft (ook daarover schreef ik al eerder).

Ik was dus minder op mijn coachzolder en meer thuis. Het was fijn om thuis mijn eigen ding te kunnen en mogen doen. Hoe langer ik thuis ben, des te minder mijn verlangen om ergens anders te zijn. Hoewel ik graag buiten ben, beperkte ik dat zoveel mogelijk tot een wandeling of fietstochtje naar de yogascholen om mijn yogalessen op te nemen of online te geven. Of een bezoekje aan de supermarkt.

Verder wandelde ik door ons tuintje en zag ik hoe de dingen daar opkwamen. Het was bijna of ik het zag groeien! Mijn wereld vertraagde en werd stiller (ook met veel minder vliegtuigen in de lucht boven ons). Ik voelde steeds minder de behoefte om iets nieuws te ondernemen. Er is al zoveel. Ik heb al zo veel. Deze stilte om er echt te zijn, te zien, te voelen. Tevreden kunnen zijn met wat er is, in plaats van maar weer door te willen, naar een toekomstig doel. Ik ben hier nu. En het is goed zo. En eindelijk mag ik diep in mezelf kijken en keuzes maken. Durf ik nog beter om nee te zeggen als ik iets niet wil omdat het meer energie kost dan dat het oplevert. Durf ik dingen weg te gooien (of weg te geven) die ik had bewaard, omdat dat misschien ooit nog eens van pas zou kunnen komen.  Durf ik afscheid te nemen ook van mensen waarin het contact meer energie kostte dan dat er terugkwam.

Eindelijk mag ik eraan toegeven dat ik een introvert persoon ben. Merk ik meer dan ooit dat mijn batterij oplaadt door tijd in de stilte, met de aandacht naar binnen, in verbinding met mezelf en een klein groepje intimi.

Ik merk dat ik een beetje ‘online-moe’ word. Dat je altijd maar overal en op elk moment alles kunt doen. Dat het kan, maakt bijna de verplichting dat het ook moet. Opeens bedenkt iedereen allerlei online samenkomsten. En dat is natuurlijk heel fijn voor de extraverte mensen, die opladen door het contact met de ander, maar mij kost het meestal energie.

Door deze tijd merk ik dat ik lang dingen heb gedaan die niet helemaal bij mij pasten. Vanuit angst om niet gezien te worden of vanuit de overtuiging dat het nu eenmaal zo hoorde.

Ik werd een stuk minder ambitieus, en nee, dat is niet erg.  Want ik vraag een stuk minder van mijzelf, van de mensen om mij heen en van de aarde (want die auto staat bijna stil voor de deur). Zo heeft alles en iedereen tijd om te herstellen. Van dat altijd maar bezig zijn. Kunnen we eindelijk afkicken van die verslaving aan adrenaline en cortisol. Dat streven naar goedkeuring.

In die stilte denk ik graag na over wie ik ben zonder de ander. Het is heerlijk om zo een poosje bij mijzelf te mogen zijn. Als je op jezelf bent, hoef je nergens aan te voldoen. Je mag alles zelf bepalen. Er is minder stress.

En toch merk ik, zeker de laatste week, dat ik het contact met de ander ook nodig heb. Ik raak een beetje uitgekeken op mezelf. Ik voel me een beetje half. Weet niet meer zo goed wat ik wil. Juist in het contact met de ander krijg ik helder wat ik belangrijk vind.

Ik heb wel weer wat behoefte aan positieve stress; de stress die me helpt om te groeien. Want dat is waar we als mens nu eenmaal op gericht zijn. Kijk maar naar de natuur; als je uitgegroeid bent, ga je dood.

Dus nodig ik mezelf uit; ik mag weer in beweging komen en een klein beetje meer doen. Zoals het schrijven van deze blog. Om zo weer in contact te komen. Met jou. Want ik mis je. Hoe is het met jou?

Geen Quick Fix

Regelmatig krijg ik ouders bij mij met de vraag of ik iets kan doen voor hun kind. Meestal antwoord ik dan met ‘Ja’. Er is namelijk altijd iets dat ik kan doen en dat is luisteren naar een kind en horen wat hem of haar dwars zit of wat het graag anders zou willen.

Misschien denk je nu ‘Ja, maar dat kan/doe ik als ouder ook!’. Dat is ook zo. Toch is het heel lastig om echt te luisteren naar je kind. Er zit namelijk een hoop ruis in de weg. En sommige dingen wil je of kun je ook niet horen. Waarom niet? Lees verder

Voor alle duidelijkheid…

Laatst kreeg ik van een vriendin de feedback dat ze mijn communicatie over wat ik doe nogal verwarrend vindt. Ik presenteer mij als een (kinder- en) jeugdcoach, soms ook als pubercoach. Dat ik (kinder-) tussen haakjes heb gezet, interpreteerde mijn vriendin als een ‘soort van dat kan ook ofzo’…En het leuke is, dat is zo. Het kán ook. Ik ben immers afgestudeerd als kinder- en jeugdcoach. Maar ik merkte dat er vooral jeugd, tieners en pubers dus, in mijn praktijk terecht kwamen. En (misschien ook wel om)dat mijn voorkeur daar naar uitgaat. Sommige kinderen zijn echter vroeg ‘rijp’. En daar kan ik goed mee uit de voeten. Dus ook jongere kinderen zijn van harte welkom.

Daarnaast merkte mijn vriendin op: “Ik denk trouwens dat het ook niet fijn is als je zowel de puber als de ouder coacht…soort van belangenverstrengeling”. Lees verder

Het gaspedaal loslaten

Vanmorgen reed ik met de auto naar een plek waar ik in stilte zou wandelen. Ik reed daar ook heen in stilte. Zonder de muziek die ik normaal (hard!) aanzet in de auto. Het was een soort van meditatie in beweging. En het viel me opeens in hoe autorijden lijkt op je bewegen in het leven buiten de auto.

Ik rijd pas een paar jaar auto. Ik was altijd bang om mijn rijbewijs te halen. Dacht dat ik dat niet zou kunnen, autorijden. Misschien was ik ook wel bang geweest voor het leven, om daar zelf richting aan te geven. Maar dat is veranderd. Ik rij met veel plezier auto en ik heb meer plezier in mijn leven, nu ik het stuur in handen heb genomen. Ik bepaal mijn eigen richting en – misschien nog wel belangrijker – mijn eigen tempo.

In de auto denk ik vaak ‘Als  je sneller wil, haal je me maar in’. Het lijkt vaak of iedereen om me heen sneller wil dan ik. In de auto, maar ook daarbuiten. Er moeten successen worden behaald en snel! Het lijkt of men grote haast heeft om ergens te komen. Soms merk ik bij mezelf ook iets van ongeduld op.

Lees verder

Wat wil ik nou eigenlijk?

Afgelopen week nam ik deel aan een gratis webinar. Dat is niet iets dat ik vaak doe, want ‘gratis’ bestaat niet. Meestal zit je dan gewoon naar een lange reclameboodschap te luisteren, van degene die het webinair organiseert. Of je mailbox stroomt daarna weer vol met allerlei nieuwsbrieven. Maar deze kans kreeg ik dankzij Tea Adema en die heb ik nogal hoog zitten. Daarnaast werd ik getriggerd door de titel “’Hoe kom ik aan klanten en zorg ik ervoor dat mijn workshops vol zijn?” , want, tja, mijn workshops zitten nog lang niet altijd ‘vol’.

Gelukkig ben ik niet de enige, bleek, met een praktijk waar het nog niet helemaal storm loopt. Ook ben ik niet de enige die workshops en trainingen organiseert waar niemand zich voor inschrijft. Maar Veronique Prins, de dame die de online training verzorgde, mailde mij voorafgaand aan de training met de boodschap ‘Zorg dan dat je het niet mist, ik leer je de  basisstappen die mij succesvol hebben gemaakt.’

Veronique is een dame die zich presenteert als “Kick Ass Business Coach”. We kregen dan ook van te voren een kijkwaarschuwing van Tea:  ‘(…)ze staat ook te boek als nogal direct.
Ze vertelt het zoals het is en sommigen vinden dat verfrissend, weer anderen vinden het confronterend. Ik zeg: Doe er je voordeel mee. Als je niet bang bent voor een beetje reflectie en je van je praktijk een succes wilt maken, zorg dan dat je gebruik maakt van deze unieke kans.’

Nou, dat laat ik mij geen twee keer zeggen! Want als je me een beetje kent, weet je dat ik dol ben op reflecteren… en natuurlijk wil ik een succes maken van mijn praktijk!

Veronique trapte gelijk af door te stellen dat ik nog niet zo succesvol was als ik zou kunnen zijn, omdat ik nog geen duidelijke keus had gemaakt. Zo, ja, die raakte wel even. (Zie mijn blog Keuzes maken.) Ik moet van Veronique van mijzelf een Unique Selling Point maken.  Laten zien waarin ik bijzonder ben. Me onderscheiden van de rest. Ze stelde de vraag: ‘Wat durf jij te zeggen wat niemand anders durft te zeggen?’ Daar kon ik wel wat mee. Want ik heb wel een duidelijke visie. Veronique is een Kick Ass Coach. ‘Nou,’ dacht ik, ‘dat ben ik dus niet’. Hoewel ik best confronterend kan werken als coach. Maar dat doe ik niet door ‘te vertellen zoals het is’, maar door juist vragen te blijven stellen of stil te worden. Ik ben nieuwsgierig naar jou en waarom je de dingen doet, zoals je ze doet. Er is namelijk altijd een reden voor gedrag. En wat die reden is, dat weet jij beter dan ik. Ik zal dat niet veroordelen. (Grappig dat ik het daar vanmorgen ook met coachcollega Paula over had; zij heeft mij ervaren als iemand die niet oordeelt. Ik vertelde dat al wel jaren mijn persoonlijke doel is, maar dat dat mij tot nu toe nog niet gelukt is – en waarschijnlijk ook nooit gaat lukken. Ik merk het inmiddels wel op als ik ergens een oordeel over heb en ik kan ervoor kiezen om dat bij mezelf te laten. Het zegt namelijk meer over mezelf dan de ander. Ik zal je dus niet veroordelen.) Sommige kinderen, maar ook volwassenen worden daar heel ongemakkelijk van, zeker als het personen zijn die op zoek zijn naar goedkeuring. Die krijg je van mij ook niet perse. Jij mag zijn wie jij bent. Zonder dat ik daar wat van vind (want wat je vindt, mag je houden). Goed. Maakt mij dat een Unique Selling Point? Ben ik daarin bijzonder? Geen idee. Maar het is wel de manier waarop ik werk. Je krijgt van mij geen schop onder je kont. Wel een steuntje in de rug. Vanuit Liefde en met Aandacht.

Vervolgens spoorde Veronique mij aan om toch eens een keus te maken in de leeftijdscategorie waarmee ik wil werken. Oke, ‘kinderen, tieners, pubers, jongeren en hun ouders’, is misschien toch wat te breed. Welke leeftijd wil ik in mijn praktijk (voornamelijk) helpen? Ik ben ooit de kindercoachopleiding gaan doen, omdat ik het verlangen had om te kunnen werken met kinderen op de basisschool. Hoewel ik kleuters uitermate charmant vind, ik kan er meestal niet echt mee uit de voeten. Inmiddels ben ik erachter dat mijn hart toch ligt bij pubers. Sommige kinderen gaan puberen in groep 7 van de basisschool en anderen doen dat pas in de tweede klas van het VO. Soms zelfs nog later.

Daarna kwam de vraag ‘Waarin ben jij expert?’ Die vraag was eigenlijk het makkelijkst. Door wat ik doormaakte met onze eigen kinderen en wat ik tegenkwam in ruim 20 jaar lesgeven aan leerlingen in het VMBO, ben ik gespecialiseerd geraakt in verschillende (leer- en gedrags)stoornissen en –moeilijkheden: dyslexie, faalangst, ass, ad(h)d en hooggevoeligheid. De onderwerpen hoogbegaafdheid en meerbegaafdheid zijn daar het afgelopen jaar nog aan toegevoegd.

En: ik kan naast de puber ook de ouders begeleiden. Want soms heeft de puber er echt geen zin in. Is er weerstand en verzet. Maar dat betekent niet dat de situatie kansloos is. Ook dit weet ik uit eigen ervaring (onder andere met systemisch werk); als jij als ouder (je gedrag) verandert, verandert (het gedrag van) je kind mee!

Dankzij het webinar heb ik dit weer helemaal helder. Blij dat ik ben blijven luisteren naar Veronique, ondanks haar Kick Ass houding die soms wat ongemakkelijk was. Maar ja, buiten de comfortzone vindt groei plaats. Nu mag ik alleen nog gaan nadenken over mijn omzetdoel. En de grootste uitdaging: mij met mijn website nog maar richten op 1 doelgroep. Komen met een concreet aanbod voor deze leeftijdsgroep. Dat betekent dat ik afscheid moet gaan nemen van andere activiteiten. De play-en workshops voor (jongere) kinderen bijvoorbeeld. Maar, hé…Ik ging dit webinar toch volgen, juist vanwege die workshops? Zucht…wat wil ik nou eigenlijk?

Liefde is…. een goede opvoeding

Wat is een goede opvoeding? Daarover zijn de meningen nogal verdeeld. Natuurlijk moet er voorzien worden in de behoeften van een kind. Lichamelijke behoeften, zoals eten, drinken, beweging en slaap. Behoefte aan affectie: knuffels, liefde, warmte… Maar ieder mens heeft nog meer basisbehoeften. We kennen allemaal de behoefte aan veiligheid, erkenning, bevestiging en verbondenheid. Zo kennen kinderen ook de behoefte aan relatie (ik hoor erbij), competentie (ik kan het) en autonomie (ik kan het zelf). Daarbij horen de behoeften aan realistische grenzen, zelfexpressie, spontaniteit en spel.

Maslow ordende de behoeften van de mens in een de vorm van een piramide:

Opvoeding is dus meer dan alleen voeding. Voeding is meer dan eten.

Het is ook best een opgave om daar als ouder(s) in te voorzien. Maar gelukkig ben je als ouder(s) niet de enige opvoeder van het kind. Er is ook de rest van de familie, de buren, vrienden en vriendinnen, de trainers op de sportvereniging, leerkrachten op school. En natuurlijk overige professionals; zoals (huis)artsen, maatschappelijk werkers, kindertherapeuten, -psychologen en –coaches.

Vaak zijn ouders wel eens wat huiverig om aan te kloppen bij die professionals, merk ik. Maar waarom?

Soms omdat ouders het als een falen voelen, dat ze iets zelf niet op kunnen  lossen. Maar het is toch helemaal niet vreemd dat je ergens geen antwoord op hebt? Hoeveel praktijkervaring heb je als ouder(s) nou eigenlijk? Met een groot gezin misschien iets meer, maar dan nog…ieder kind is anders. En je hebt er geen studie voor gevolgd. Die professional wél.

Soms hoor ik van ouders het argument dat het zo veel kost, professionele hulp inschakelen. Zeker als het niet vergoed wordt door de (zorg)verzekering. Maar is dat geen drogreden?

Veel ouders geven aandacht aan de buitenkant van hun kind. Ze zorgen ervoor dat het er netjes uitziet. Het kind gaat regelmatig naar de kapper. En het wordt goed gekleed. Soms met zelfs met dure merkkleding. Natuurlijk vraagt een kind daar soms zelf nadrukkelijk om, uit de behoefte bij een bepaalde groep te horen. Dat kost ook een flinke duit.

In plaats daarvan zou je ook iets kunnen werken aan het zelfbeeld van het kind, waardoor het die merkkleding misschien niet nodig heeft om zich zeker te voelen.

Bovendien; die buitenkant is vergankelijk…Haar groeit weer aan. De kleding gaat stuk of wordt te klein. Er is maar weinig dat blijvend is.  Terwijl die investering aan de ‘binnenkant’ van je kind wel een blijvend karakter heeft. Een kind leert dat het bepaalde gevoelens en behoeften heeft, dat dat mag en dat het daar zelf verantwoordelijkheid voor kan nemen.

Een goede opvoeding is wat mij betreft een opvoeding waarbij er ook voldoende aandacht is voor de binnenkant. En daarbij mag je best een professional in de arm nemen.

Wat vind jij? Laat gerust een reactie achter.

(Het innemen van) Mijn eigen ruimte

Lieve lezer,

Misschien ken je me nog niet, niet zo lang of niet zo goed. Laat ik daarom wat meer over mijzelf vertellen.

De laatste tijd merk ik dat een aantal mensen in mijn omgeving mij wat anders benaderen, anders op mij reageren. Natuurlijk zegt dat wat over mij, over hoe ik mijn omgeving ervaar op dit moment. Maar het heeft ook te maken met een verandering in mij.

Ooit was ik een jong meisje, dat nogal gevoelig was, bijvoorbeeld voor stemmingen en sferen. Ik had de ervaring dat de wereld niet altijd veilig was en dat ik niet kon zijn zoals ik was. Dat het verstandig was om mij aan te passen en dat ik maar beter niet kon opvallen. Ik werd stil en onzichtbaar. Praatte met iedereen mee. Werd heel goed in luisteren. Voelde me niet gehoord en niet gezien. In mijn puberteit ontwikkelde ik een eetstoornis. Ik begreep toen nog niet waarom.

Na de middelbare school koos ik voor een lerarenopleiding Nederlands. Niet omdat ik docent wilde worden, maar omdat ik niet durfde te kiezen voor wat ik eigenlijk wilde. Voor zowel de toneelschool als de school voor journalistiek moest je namelijk een toelatingsexamen doen. Ik was ervan overtuigd dat ik toch wel afgewezen zou worden en probeerde het niet eens. Vanwege faalangst dus. Omdat ik wel met verhalen en mensen bezig wilde zijn, werd het de lerarenopleiding Nederlands. Gaandeweg de stages merkte ik dat ik vooral affiniteit voelde met die leerlingen die niet zo goed mee konden komen, sociaal gezien. De leerlingen die ‘anders’ waren. Ik koos er daarom tijdens mijn opleiding voor om de aantekening leerlingbegeleider te halen. Met de grote wens om leerlingen te kunnen helpen na mijn opleiding. Maar zo liep het niet.

Lees verder

Hoe voel je je?

De dingen lopen wel eens anders dan je had kunnen bedenken. Vandaag werd ik gebeld door een collega. Ik had haar een berichtje gestuurd, omdat ik had gehoord dat ze ziek is. Zij is mij erg dierbaar en ik vroeg mij af of ik iets voor haar kon doen. Ze vertelde dat ze last heeft van astma en dat ze zich erg benauwd voelde. Ze had zich daarom ziek gemeld. Dat doet ze bijna nooit. Ik gaf haar daarom het compliment ‘Wat goed dat je voor jezelf zorgt’. Nou, dat voelde voor haar helemaal niet zo. Het voelde als falen. Dat was de start van een prachtig (coach)gesprek, dat was namelijk wat ze wel kon gebruiken. Lees verder