Van Verweggistan naar de achtertuin

(Ondertitel: Dit verhaal neemt een verrassende wending…)

Voordat je gaat lezen en je jezelf in dit verhaal herkent; sorry. Het is niet mijn bedoeling om je te kwetsen. Ik vind het heel spannend om deze blog te plaatsen. Het voelt een beetje als een preek. Het is niet mijn bedoeling wie dan ook te veroordelen, maar om te vertellen hoe ik de wereld be-leef. Ik blijf graag met je in gesprek. Met liefde en aandacht.

De afgelopen week sprak ik twee mensen die op vakantie waren geweest naar een land hier ver vandaan (onafhankelijk van elkaar). Op de vraag ‘Hoe was je vakantie?’ antwoordden beiden ‘Lekker hoor, maar we hadden wel slecht weer. Het waaide, het was bewolkt en er vielen af en toe wat spetters. De temperatuur was wel goed hoor, het was evengoed 28 graden.’ Dit was dus ‘slecht’ weer. Wanneer de zon zich niet laat zien. Maar waarom eigenlijk? Heeft het te maken met verwachtingen? ‘In Spanje schijnt altijd de zon, olé!’ Ik geloof dat het Bassie en Adriaan waren die dat zongen…

Het afgelopen jaar heb ik een hoop gemopper gehoord over het weer in Nederland. Het was te koud en het regende te veel… Er waren mensen die ik hoorde verzuchten ‘Ik moet echt op vakantie hoor!’ En die vakantie moest zich dan afspelen in ‘het buitenland’, in de landen waar je zonneschijn en hogere temperaturen kunt verwachten. Er zijn mensen die dat blijkbaar vanzelfsprekend vinden. Ik niet. Zoals ik wel meer niet vanzelfsprekend vind. Ik vind het niet vanzelfsprekend dat we in het vliegtuig stappen om ‘even een paar dagen zon te pakken’.

Natuurlijk begrijp ik het dat het fijn is om af en toe in een heel andere omgeving te zijn, dat dat je horizon kan verbreden. (Niet dat ik altijd merk dat mensen die vaker in het buitenland vertoeven ruimdenkender en begripvoller zijn, overigens). Ik weet dat er mensen zijn met een grote reislust en dat mij dat vreemd is. Ik hoef niet naar de andere kant van de wereld om nieuwe dingen te ontdekken. Ik ontdek iedere dag nieuwe dingen, gewoon in mijn eigen omgeving en binnenwereld. Natuurlijk reis ik ook wel eens buiten onze landgrenzen, de afgelopen jaren bezocht ik met (leden van) mijn gezin bijvoorbeeld België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Tsjechië. Maar niet jaarlijks en zeker niet meerdere keren in het jaar. En niet met het vliegtuig, maar dat terzijde. Reizen is voor mij niet vanzelfsprekend en daarmee iets bijzonders. Het is een Luxe-artikel.

Ik kan je hier nu wel vertellen dat het reizen over de wereld belastend is voor de aarde. Dat we ziektes helpen verspreiden. Dat vliegen niet milieuvriendelijk is. Maar dat weet je natuurlijk best. Je hebt daar al genoeg over gehoord. Toch weerhoudt het ons er niet van om het te doen…Tijdens de maanden dat ons vliegverkeer aan de grond bleef hebben we daar allemaal de positieve effecten van kunnen merken, maar nu het weer ‘mag’ stappen velen van ons met het grootste gemak weer in dat vliegtuig, want ze ‘moeten’ op vakantie. Sorry als ik hiermee op je tenen trap, maar zoals Stef Bos zingt ‘Iemand moet het doen. Iemand moet het zeggen.’

Welk punt wil ik nu eigenlijk maken? Wat is het nu precies waar ik me zo over opwind?

Ik erger me vooral aan de achteloosheid van mensen. Het gemak waarmee we deze dingen doen, schijnbaar zonder ons te bekommeren om het effect op de wereld om ons heen. Het recht dat mensen menen te hebben. Vooral dat laatste. We eigenen onszelf zoveel toe! We vinden dat vanzelfsprekend. Waarschijnlijk is dat ergens ontstaan in de tijd dat de kerk ons vertelde dat wij als mensen zijn gecreëerd om te heersen over de ‘lagere orden’en dat die ‘lagere orden’ er waren om ons mensen te dienen. Maar inmiddels zouden we toch beter moeten weten? We kunnen onszelf niet langer los zien van het andere leven op aarde. We kunnen niet langer ontkennen dat we het andere leven op aarde nodig hebben om zelf te kunnen overleven. We vinden onszelf zo belangrijk! Niet alleen als individu (dat ego dat gevoed wil worden), maar ook als soort. Steker nog: we vinden onszelf de belangrijkste soort op aarde. Wij moeten kostte wat het kost als soort overleven.

Dat hele principe zie je terug in het beleid rondom een pandemie. Wij mogen niet dood, dus moeten we ons aan allerlei regels houden. Van het houden van afstand, tot het dragen van mondkapjes en het laten inenten. De meeste mensen (en zeker mensen die beleid maken) verwachten dan dat je daaraan mee doet. En oh wee als je daar niet aan mee wil doen. Dan ben je een gevaar voor het voortbestaan van de soort. Dan ben je egoïstisch.

Maar voor de aarde is het beter als er minder van onze soort zouden zijn. Dat is mijn overtuiging. Biodiversiteit zou vanzelf toenemen. We zouden we de aarde, en al haar bewoners, dus een gunst verlenen door ons niet te laten inenten. En dat precies de reden waarom ik dat (nog) niet deed.

Is dat egoïstisch? Ik vind het niet meer of minder egoïstisch dan in dat vliegtuig stappen. Nu kan ik dat – als ik dat al zou willen – niet meer zomaar doen, dus ik verblijf de komende tijd (wie weet voor hoe lang) nog wel even in mijn eigen achtertuin. Ik heb daar geen probleem mee, al ben ik wel voor een deel in mijn keuzevrijheid beperkt (en dat vind ik ook niet vanzelfsprekend).

Begrijp me niet verkeerd. Ik weet hoe hard jij werkt en je mag van mij zeker op vakantie, want rust en herstel is belangrijk. Niet alleen voor jou, ook voor (de rest van) de wereld. Laten we daar wat liefdevoller en bewuster mee omgaan.

Wil je reageren naar aanleiding van mijn schrijven? Graag! Laten we in gesprek gaan.

Ik heb (er) genoeg (van)!

De (semi) lockdown houdt aan. De avondklok is er nog steeds. Sommigen van ons blijven de positieve kanten en de mogelijkheden van deze tijd zien. Sommigen van ons hebben er moeite mee, maar leggen zich bij de situatie neer.  Sommigen van ons zijn het helemaal zat, voelen zich klein gehouden en roepen steeds luider op tot verzet.

‘You will own nothing, and you will be happy’ (Klaus Schwab)

Onder de #buildbackbetter doet weer een nieuwe (complot)theorie de ronde. Iets over The Big Reset en het nieuwe normaal….Nu wil ik geen complottheorie verkondigen of aanhangen, maar ik geloof wel dat we gelukkig kunnen zijn met minder.

Al jaren (wellicht zelfs eeuwen) zijn ‘we’ (vooral in het rijke westen) steeds meer gaan bezitten. Grotere huizen (voor kleinere gezinnen), meer en grotere auto’s, niet één beeldscherm in huis, maar in elke ruimte één… Om maar wat voorbeelden te noemen.

We zijn het leven zo gaan organiseren dat we het hele jaar door alles kunnen krijgen wat we willen. Waar je vroeger alleen aardbeien kon eten in de zomer (vandaar dat ze zomerkoninkjes heten), kun je ze nu het hele jaar door kopen. Waar er vroeger in de winter een natuurlijke tijd van schaarste was, een tijd voor rust en herstel, gaan we nu steeds maar door. Dat dat iets is waar we blijkbaar trots op zijn, bewijst de #endóór. Maar ís het wel iets om trots op te zijn?

We hebben steeds meer energie nodig om op deze manier te kunnen leven. We putten onszelf (en de planeet waarop we wonen) uit. We zorgen niet voor voldoende rust, dus we raken overspannen / uitgeput / opgebrand. Steeds meer mensen hebben hier last van. Er zijn te weinig momenten van rust en schaarste. We putten onszelf uit, maar kunnen dat niet (meer) voelen. Totdat ons lichaam ziek wordt en stop zegt.

We willen (te) veel…

Niet alleen in de fysieke wereld, maar ook digitaal en online. We willen steeds sneller internet, op steeds meer plaatsen. Niet online kunnen zijn, lijkt geen optie. De mogelijkheid lijkt te bestaan dat we over een tijdje een tekort aan drinkwater hebben, omdat het water nodig is om onze datacenters te koelen.

I want it all and I want it now ! (Queen) / Got to get – I am what I am and I’m playing my game (Leila K.)

De muziek(teksten) die ik hoorde in mijn jeugd, hebben een grotere impact dan ik in eerste instantie doorhad.

In veel nummers draait alles om de ‘I’, het ‘Ik’, het ego. Ik besefte me opeens hoe egoïstisch het allemaal is en echt, ik heb het nooit eerder gehoord. En toch hebben die boodschappen zich ergens opgeslagen, ben ik ernaar gaan handelen – en ik niet alleen.

De hele wereld lijkt steeds egoïstischer te worden…We kunnen, net als kleine kinderen, er niet zo goed tegen dat we niet direct onze zin krijgen… Kunnen we iets niet krijgen, dan gaan we lopen stampvoeten. Alles lijkt maakbaar. Dus als iets kan, dan moet het ook.  ‘Nee’ en opgeven lijken geen optie. We moeten allemaal de beste versie van onszelf worden, en dat ben je blijkbaar alleen maar met méér (geld, spullen, kennis…).

We willen daarnaast dat er steeds meteen in onze behoeftes wordt voorzien. Even moeten wachten (op de beloning) lukt haast niet meer. Als een junkie die steeds op zoek is naar zijn volgende high. Steeds meer, steeds sneller, steeds vaker. Alles om maar niet te hoeven dealen met …. de pijn – gevoelens van eenzaamheid, minderwaardigheid, angst… Dat wat er ten grondslag ligt aan onze verslavingen. Maar eigenlijk doen we onszelf en de wereld om ons heen daarmee geweld aan.

Waarom doen we dat eigenlijk  – collectief? Bij welke pijn proberen we weg te blijven? Die pijn kunnen we wat beginnen te verkennen nu we al zo’n tijd in lockdown zitten. Kunnen we dat? Of zijn we vooral bezig met afkicken? We kunnen veelal niet in ons oude verslavingsgedrag door. Niet winkelen, niet naar de kroeg of festival, niet naar het pretpark…Dat zorgt voor weerstand. Net als bij kleine kinderen, die even geen aandacht krijgen en die alles zullen doen om jouw aandacht te krijgen. Dus ontstaan er rellen, gaan we wijzen naar de ander, komen we met complottheorieën. We hebben allerlei verschillende strategieën tot onze beschikking. Want ook dat leidt zo lekker af van waar het eigenlijk om gaat. Dat we niet kunnen doen wat we willen. We hebben, ook als volwassenen, last van het verwende-kind-syndroom.

Bruce McIntosh constateerde in een artikel in Pediactrics (1989) al het volgende: ‘Het verwende kind syndroom wordt gekarakteriseerd door een extreme mate van op zichzelf gericht zijn van het kind en veel te jong gedrag. Dit is het resultaat van het feit dat ouders geen leeftijdsadequate eisen stellen. Verwende kinderen houden weinig rekening met anderen, gaan hun eigen gang, doen dingen op hún manier. Ze hebben moeite met uitstel van beloning en hebben de neiging hun frustraties af te reageren met woedeaanvallen. Hun gedrag is berekenend, dwars en manipulatief. Ze zijn moeilijk tevreden te stellen en hun tevredenheid duurt niet lang. Ze zijn niet plezierig in de omgang, ook niet voor degenen die van hen houden. Men krijgt vaak de indruk dat ze ook niet gelukkig met zichzelf zijn.’

Nu is er best een manier om daar verandering in te brengen. Je kunt kinderen tenslotte ook aanleren om te gaan met uitgestelde aandacht. Je mag van mij dingen helemaal op jouw manier doen, als je daarbij ook rekening houdt met anderen. Laten we ons niet langer als een stel verwende kinderen gedragen. Want, om af te sluiten met woorden van de Rolling Stones, ‘You can’t always get what you want’! Genoeg is genoeg. Zelfs met minder heb je nog steeds veel. En een prettige bijkomstigheid: minder bezit betekent ook minder zorgen. Laten we oefenen in tevredenheid, geweldloosheid en begeerteloosheid.  En laten we het onze kinderen leren. Je bent genoeg, je doet genoeg, je hebt genoeg.

Namasté.