‘Waar ga je naartoe?’ vragen we bijna meteen als we horen dat een ander vakantie heeft. Hoewel het de afgelopen twee jaar zeker niet vanzelfsprekend was dat we ergens naartoe gingen… Dit jaar mag alles weer en een hoop mensen kiezen dan ook voor een reis naar het buitenland. Wij ook. Niet omdat ik daar nu zoveel behoefte aan had, maar mijn zoons wilden graag naar een plek waar ze nog niet eerder waren geweest. Toen ik opmerkte dat ze echt nog niet op alle plekken in Nederland waren geweest, werd er met ogen gerold en ‘grappig, Boomer’ geroepen. Het werd Denemarken.
‘Geniet ervan!’, ‘Heb het gezellig samen!’, ‘Veel plezier!’ is wat we elkaar goedbedoeld toewensen. Maar het voelt ook als een verplichting. Als een opgave. Je moet vooral genieten!
‘Heb je een fijne vakantie gehad?’ Dat is vaak de eerste vraag die we elkaar stellen als we elkaar weer zien na een vakantieperiode. (Of, wat neutraler, de vraag ‘Hoe was je vakantie?’.) Je kunt eigenlijk niet antwoorden met ‘Nee, ik heb geen fijne vakantie gehad’. Ja, het kan wel, maar dan ben je toch een soort van verplicht om het toe te lichten of uit te leggen, maar daar heeft de ander niet altijd tijd voor of zin in. Het is net als de vraag ‘Hoe gaat het met je?’ vaak meer een soort beleefdheid is dan een oprechte vraag. We zitten vaak niet te wachten op een eerlijk antwoord…
Dus. Wanneer je niet geïnteresseerd bent in hoe mijn vakantie was, dan hóef je niet verder te lezen. Stop vooral. Voel je niet verplicht om de beleefdheid op te brengen.
Heb ik een fijne vakantie gehad? Ja en nee.
Hoe was mijn vakantie? Het was interessant.
Het was zeker drie jaar geleden dat we met beide zoons op vakantie gingen. Dochter ging al langer niet mee. En ik was een beetje vergeten hoe lastig zo’n vakantie kan zijn – zeker met een kind dat de labeltjes ASS en ADHD heeft. Zoals je ook de pijn tijdens je bevalling vergeet. Je onthoudt er wel iets van, maar de mooie herinneringen overheersen. Gelukkig maar. Direct na mijn eerste bevalling verzuchtte ik; dit nooit meer! Toch raakte ik daarna nog twee keer zwanger. 😉 Zo wilde ik dus ook weer met mijn man en zoons op vakantie.
Het idee van vakantie is plezierig. Het is ontzettend fijn om even niets te hoeven. Om tijd te hebben voor jezelf en voor elkaar. Het idee van vakantie roept een beeld bij je op; het schept een bepaalde verwachting. Wordt er aan die verwachting voldaan, dan is dat plezierig. Wordt er niet aan die verwachting voldaan, of gebeurt er iets dat je niet had verwacht, dan is dat minder plezierig of zelfs onplezierig. Je kunt je wel voornemen om geen verwachtingen te hebben, maar dat is weinig realistisch. Ik was me bewust van een deel van de verwachtingen die ik had (gebaseerd op eerdere ervaringen): ik had de verwachting dat mijn zoons de hele dag een beetje in hun eigen tent zouden hangen met hun mobiele telefoon. En dat ze er af en toe eens uit zouden komen om samen te eten of boodschappen te doen. Dat bleek voor een groot deel zo te zijn. Dat vond ik niet per se leuk, want ik had dat graag anders gezien, maar hé…daar heb ik geen invloed op. En omdat ik het al had verwacht, kon ik daar vrede mee hebben.
Het was fijn om lekker buiten te zijn, te wandelen in de omgeving, om mooie stenen te zoeken op het heerlijk rustige strand, vogels te spotten, te genieten van de eenvoud op de camping en de afwezigheid van overvliegende vliegtuigen. Donkere nachten zonder lichtvervuiling. De rust. Dat was precies zoals ik had verwacht. Soms was er wat onrust, door de gedachte dat ik toch meer zou moeten doen en moeten gaan zien, nu ik hier toch was. Anders zou ik daar later spijt van kunnen krijgen. Een soort van FOMO, zeg maar. Gelukkig kon ik die gedachte laten voor wat hij was en met mijn aandacht terug naar het aanwezig zijn op de plek en het moment waar ik al was.
Er waren ook dingen die ik níet had verwacht én die ik plezierig vond. De jongens die ’s avonds samen een potje gingen poolen, of samen naar de supermarkt in het dorp gingen om een pizza te halen die ze konden bakken in de oven. Op de camping waren naast de gebruikelijke sanitairgebouwen namelijk ook eetruimtes met kookplaten en ovens, waar je als campinggast vrij gebruik van mocht maken. Heerlijk voor pubers die onafhankelijk en uit het zicht van hun ouders willen snacken.
Er gebeurden deze vakantie echter ook dingen die ik niet had verwacht en die ik niet plezierig vond. En dat zorgde voor frustratie en in een enkel geval ook voor ruzie in de tent. Ik zal niet heel erg uitweiden, maar het had onder andere iets te maken met het meenemen van bepaalde middelen door één van de zoons die in het land waar we naartoe reisden niet toegestaan zijn…en een man die zich twee dagen hondsberoerd voelde.
Wat ook niet fijn was, was dat ik voor het eerst sinds een paar jaar weer paniekaanvallen kreeg, toen we vanuit de rust opeens in een enorme drukte terechtkwamen, met werkelijk aan alle kanten mensen om ons heen. Die had ik ook niet verwacht. Ik maakte weer even kennis met mijn vluchtresponse. Ik wilde alleen maar wég. We maakten dus rechtsomkeert en gingen terug naar de camping in plaats van de stad waar we waren te verkennen.
De vakantie was dus niet de hele tijd fijn (en dat kan natuurlijk ook niet), maar wel interessant. We hebben nieuwe plaatsen bezocht en nieuwe ervaringen opgedaan. Het heeft geholpen om nog meer bewust te worden van hoe dat werkt met verwachtingen en verlangens. Interessant om weer even het stresssysteem in werking te ervaren. Om op te merken dat ‘op vakantie gaan’ stress oplevert, omdat het je buiten je comfortzone brengt. Dat is wel oké voor een korte periode, maar voor een langere periode zorgt het voor uitputting in plaats van ontspanning. En ontspanning, dat is nou vaak net datgene waar we naar op zoek zijn tijdens onze vakantie. Interessant om te merken hoe je weer in je vaste dagelijkse patronen glijdt, zodra je weer thuis bent. De rust die dat ook geeft. Die comfortzone is waardevol. Je bent er op je gemak. Het voelt vertrouwd. Creativiteit kan er stromen. Je ‘beste’ leven ligt in die comfortzone.
Kortom. Blij dat we weer thuis zijn. En met de jongens op vakantie? Dat doen we niet meer (zeg ik nu).
Hoe was jouw vakantie?